Onze ouders hebben ons vroeger geleerd dat we moeten sparen voor de oude dag, tenminste wanneer we onze levensavond in alle gemoedsrust willen doorbrengen. Het verhaal van de krekel en de mier zal de meeste lezers nog wel bekend in de oren klinken. De krekel ontpopte zich als de flierefluiter die niemand van ons wil zijn, de mier spaarde dat het een lieve lust was en hoefde zich uiteindelijk geen zorgen te maken. Maar de recente evoluties hebben de beelden van de krekel en de mier vervaagd, het verhaaltje van vroeger lijkt niet meer te kloppen.
Dat is het gevolg van de introductie van de negatieve rentevoeten door de centrale banken, waar uiteindelijk een perverse filosofie achter zit. Tenminste wanneer er een grond van waarheid zat achter de filosofie die ons door onze vaders en moeders werd bijgebracht. Volgens de centrale bankiers moeten we namelijk niet sparen, maar integendeel meer uitgeven. Deze stelling staat als een tang op een varken op alles wat we vroeger hebben geleerd.
Wie moeten we nu uiteindelijk geloven? Meer sparen zal pijn doen, maar is en blijft noodzakelijk. Dus geloof niet zo maar klakkeloos wat de centrale bankiers ons proberen te doen geloven. Want hun politiek van negatieve rentevoeten heeft, wat ze ons ook mogen proberen te doen geloven, nefaste nevengevolgen. Meer consumeren heeft op korte termijn misschien een positieve invloed op de consumptie, maar de gevolgen op langere termijn zijn heel wat minder gunstig.
Want wie zijn de klos in een scenario van negatieve rentevoeten? Natuurlijk de spaarders en de renteniers, maar ook de gewone man in de straat die met het oog op de oude dag wat spaargeld opzij had gezet. Zijn spaarinspanningen leveren niets meer op, ze kosten in het geval dat de banken kosten zou aanrekenen voor deposito’s op de koop toe nog eens geld. De centrale banken stimuleren de komst van zeepbellen op beurzen, obligatie- en vastgoedmarkten, maar zetten de spaarders daarentegen in de kou. Het spreekt voor zichzelf dat een dergelijke situatie niet kan blijven duren.