Een bankrun is een verschijnsel dat plaats vindt wanneer veel rekeninghouders bij een bank tegelijkertijd al hun spaargeld (willen) opnemen en/of, in huidige tijden, online hun geld proberen over te boeken naar een andere bank en/of plaats. Hierdoor komen banken in acute liquiditeitsproblemen. Een run op de bank leidt vaak tot lange rijen mensen voor de loketten die hun geld proberen op te nemen in de hoop niet te ‘laat’ te zijn wanneer het hun beurt is.
Een bankrun ontstaat wanneer voldoende rekeninghouders al dan niet terecht vermoeden, dat hun bank, hun ‘munt’ of het financieel systeem op zich op het punt staat failliet te gaan. Wanneer de bank effectief failliet gaat zijn zij namelijk in principe slechts niet-bevoorrechte schuldeisers en blijft er na betaling van de bevoorrechte schulden vaak niets meer voor hen over. Het gerucht versterkt zich doordat de media aandacht aan de run of het dreigende probleem geeft, zodat nog meer mensen verontrust worden en hun geld opnemen.
Ook een bank die volgens de regelgeving financieel gezond is kan in de problemen komen als een bankrun optreedt. Er is namelijk ALTIJD in IEDERE bank onvoldoende liquiditeit beschikbaar om in één keer zeer veel geld terug te betalen, omdat het geld al is geïnvesteerd in andere projecten en benut werd in het systeem van fractioneel reservebankieren. Een in eerste instantie onterecht gerucht dat een bankrun veroorzaakt kan hierdoor een self-fulfilling prophecy worden. Naarmate de run voortduurt wordt de kans effectief groter dat de bank daadwerkelijk ook failliet gaat, zelfs als er in eerste instantie geen probleem was.
Er bestaan verschillende manieren waarop men tracht bankruns te voorkomen :
- Om de kans op een bankrun te verkleinen hebben de meeste Europese landen een staatswaarborg ingesteld. In eerste instantie stonden de meeste staten of de overheden garant voor 50.000 € per individu indien een bank over de kop zou gaan. Na de crisis van 2008 werd dit in de meeste landen verhoogd tot 100.000 €. De bedoeling hiervan is dat "kleine" spaarders niet bang hoeven te zijn dat zij hun tegoeden (geheel of gedeeltelijk) kwijtraken bij een faillissement van een bank.
- Een centrale bank kan financieel bijspringen. In de volksmond 'ligt de bank aan het infuus'.
- De bank kan een ‘grotere’ reserve aanhouden zodat er een zekere buffer is.
- De bank kan voorkomen dat bepaalde geruchten uitlekken.
- De bank kan onttrekkingen aan de rekeningen (tijdelijk) bevriezen. Een dreigement van de kant van de bank om dit te doen is soms voldoende om de run te stoppen, maar een dergelijk dreigement kan geruchten dat de bank in moeilijkheden verkeert ook juist voeden.
- De bank zelf kan overeind gehouden worden met een reddings- of saneringsplan, bijvoorbeeld door de overheid door een bail out.