De voorgeschiedenis van de negatieve rentevoeten is er eentje van veel vallen en weinig opstaan. Het is namelijk het verhaal van quantative easing, het programma van monetaire verruiming dat door de centrale banken in de afgelopen jaren met grote gretigheid werd toegepast. Maar inmiddels is duidelijk geworden dat die qe, de afkorting van quantative easing, simpelweg niet werkt. Vraag maar aan de Japanse centrale bank, die tegenwoordig het antwoord schuldig moet blijven als gevraagd wordt wat ze nog kan doen om de economie te stimuleren.
In een volgende fase werd qe gekoppeld aan rentevoeten die tot zero werden herleid, maar ook daar weten ze in Japan alles van. En de conclusie van de Japanse wetenschap is dat de nulrente al evenmin werkt. Inmiddels weten we ook waarom: de centrale banken wereldwijd weigeren om het probleem in het juiste perspectief te zien: ze proberen met de moed van de wanhoop de vraagzijde te stimuleren, terwijl het probleem zich eigenlijk aan de aanbodzijde situeert. Er is gewoon te veel van alles in aanbod.
Nu is er dus NIRP of de Negative Interest Rate Politics, het laatste redmiddel van de centrale banken. Maar of dit veel zoden aan de dijk zal brengen, valt sterk te betwijfelen. De kans bestaat zelfs dat negatieve rentevoeten meer kwaad dan goed zullen doen. Dat werd al lang aangetoond door de regelrechte smeekbede van de topman van Deutsche Bank aan de Europese Centrale Bank om alsjeblief toch niet op negatieve rentevoeten over te gaan.
Negatieve rentevoeten kunnen simpelweg niet werken en wel hierom. De spaarders zullen het niet pikken dat ze moeten betalen om hun geld te mogen parkeren bij de bank. Onderzoek wijst uit dat driewart van de mensen hun geld van hun bankrekening zullen halen wanneer die bank nogmaals in hun zak zit. ING International Survey (IIS) kwam na een rondvraging bovendien tot de conclusie dat ongeveer 1/3de van de spaarders hun gedrag onder invloed van negatieve rentevoeten zulllen herzien. De centrale banken moeten hier zelf maar hun conclusies uit trekken.