Het economisch aanzicht van de geïndustrialiseerde landen is in het afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Meest in het oog springt ongetwijfeld het verdwijnen van de middenklasse. Dit fenomeen was het eerste zichtbaar in de Verenigde Staten, maar heeft zich in sneltreinvaart verplaatst naar Europa. Goedbetaalde jobs in de maakindustrie zijn verdwenen, terwijl het precies die jobs zijn die het bestaan van een grote middenklasse mogelijk maken. Die middenklassers zijn vlotte consumenten en houden op die manier de economie draaiende.
Twee fenomenen hebben het verdwijnen van de middenklasse bespoedigd. Op de eerste plaats zijn veel jobs in de fabrieken (die het centrum van de maakindustrie vormen) naar het buitenland verdwenen. Landen als China, Vietnam en Mexico hebben die jobs met veel plezier verwelkomd. Daarnaast moet ook een beschuldigende vinger worden uitgestoken naar de technologie. Technologische innovatie heeft miljoenen jobs vernietigd, een proces dat overigens nog altijd bezig is. Ook in de komende jaren zullen nog massa’s banen sneuvelen.
Dat heeft tot gevolg dat de aankomende generatie bij het afstuderen terecht komt in een landschap waarin het steeds moeilijker wordt om een job te vinden, laat staan dat die job ook nog eens goedbetaald zou zijn. De gevolgen van deze evolutie vallen momenteel nog altijd niet goed in te schatten. De helft van de millenials leeft van maandloon tot maandloon, met weinig vooruitzichten om een spaarpotje voor de oude dag te kunnen aanleggen. Lukt dat toch, dan worden ze geconfronteerd met het feit dat hun spaargeld niets meer opbrengt. Wat het sparen nog meer ontmoedigt.
De generatie van de millenials start al met een serieuze handicap. De Amerikaanse meisjes en jongens uit deze generatie moeten tienduizenden dollars uitgeven om te kunnen studeren, om nadien tot de conclusie te komen dat er voor hen geen goedbetaalde job is weggelegd. Sommigen zullen hun studielening hun heel leven met zich meesleuren, zonder die ooit te kunnen afbetalen. 54% van de vrouwen en 43% van de mannen in de generatie tussen 22 en 35 houden op het einde van de maand geen stuiver over om opzij te leggen. Ze zullen moeten leren leven met het idee dat hun oude dag zich onder een slecht gesternte aankondigt. Maar hier in Europa is er geen reden tot juichen. Ouders van studerende kinderen kunnen getuigen dat het prijskaartje verbonden aan een diploma stilaan de pan uitswingt. De toekomst van de pensioenen ziet er hier ook inktzwart uit, maar daarover later meer.