Inflatie en De Betekenis
De oorspronkelijke betekenis van inflatie (letterlijk ‘opblazen’) is monetaire inflatie, dit betekent dat de geldhoeveelheid toeneemt. In de loop van de jaren werd met inflatie eigenlijk vooral prijsinflatie bedoeld, wat wil zeggen een stijging van het algemeen prijspeil. Inflatie wordt vermoedelijk veroorzaakt door de relatieve toename van de hoeveelheid geld ten opzichte van de aanwezige economische productie.
Het valt wel op dat er in de discussie continu twee definities worden gebruikt. De eerste is inflatie als toename van de geldhoeveelheid. De tweede is inflatie als de stijging van het algemeen prijspeil.
Inflatie en het teken van welvaart
Volgens de theorie kan je inflatie zien als vergroten (oppompen) van de hoeveelheid geld in omloop. Er is meer geld in de samenleving, men heeft meer geld te besteden, ook salarissen gaan mee omhoog. Huizenprijzen gaan ook omhoog waardoor mensen winst maken bij de verkoop van hun huis. De consumptie neemt toe, bedrijvigheid neemt toe, beurzen gaan omhoog, bedrijven worden meer waard, handel neemt toe. Inflatie betekent dat er meer geld in de samenleving circuleert, het leven is goed volgens de economen.
Inflatie in de samenleving zorgt dus, zo luidt de theorie, voor meer welvaart, de economen zijn daarvan overtuigd. Ze zijn zelfs zo overtuigd, dat de Europese Centrale Bank een opdracht heeft gekregen te doen wat het moet doen om de inflatie in Europa rondom de 2% te houden. Inflatie – hoe het ook tot stand komt – brengt immers voorspoed! Een fiat-munt die minder waard wordt, prijzen die stijgen, helemaal goed. Toch?
Inflatie en De Prijsverhoging
Een geweldig voorbeeld komt uit de documentaire Money as Debt. Het voorbeeld is… De Spanjaarden. Tijdens de Spaanse rooftochten van de 16de eeuw had men veel goud geplunderd en werd dat terug getransporteerd naar Spanje. Met zo’n stortvloed aan goud zou je verwachten dat de Spanjaarden rijk werden en allen konden leven als koningen.
Het resultaat was kennelijk echter dat juist de prijzen keihard omhoog schoten en de welvaart niet noemenswaardig toenam. Het overschot van geld (goud in dit geval) zorgde niet voor meer producten om te (ver)kopen. Er groeide niet ineens meer voedsel, werd niet meer kleding gemaakt, etc. Wel veel extra geld, geen extra producten: het overschot van geld zorgde dus voornamelijk voor duurdere producten! Het prijspeil schoot omhoog, inflatie.
In tegenstelling tot het oude Spanje functioneert de globale economie nu wel anders, we halen de producten nu uit China of één van de andere resterende nog daadwerkelijk producerende landen. De doorwerking van inflatie in prijzen is daardoor tegenwoordig meer getemperd dan in het oude Spanje. Toch blijft de werking onveranderd.
Omdat er meer (gemakkelijker) toegang is tot geld beknibbelt men minder op uitgaves. Er is meer concurrentie voor het kopen van bijvoorbeeld woningen waardoor huizenprijzen omhoog gaan. Je kan bijvoorbeeld nu ook een duurdere woning kopen! Er zijn meer oorzaken voor hogere prijzen uiteraard, maar toegenomen toegankelijkheid tot geld is er zeker één van.
Inflatie en De Omloopsnelheid
Bij inflatie is echter ook de omloopsnelheid van geld van groot belang. Als iedereen op zijn geld blijft zitten en niemand zijn portemonnee trekt om zijn extra euro’s uit te geven, dan kan de hoeveelheid geld in de samenleving als geheel wellicht wel toenemen, maar wordt het niet uitgegeven, dan komt de economie niet meer in beweging, zullen de prijzen ook niet stijgen, en is er geen sprake van een groeiende economie of vooruitgang in de samenleving.
Uitgebreide stimulatie van de financiële sector zal geen positieve economische inflatie te weeg brengen als de financiële sector vervolgens al het geld buiten de normale samenleving houdt.
Inflatie en De Waardevermindering
Met inflatie komt uiteraard ook waardevermindering van geld. Herinner waarom valsemunterij illegaal is. Als iedereen zelf euro biljetten uit zijn of haar printer kon laten rollen, zou het geld niets meer waard zijn. Geld heeft dus kennelijk een waarde gerelateerd aan in hoe gemakkelijk het te verkrijgen is. U en ik moeten er bijvoorbeeld 40 uur hard voor werken. En dat ook nagenoeg elke week, om zo voldoende geld te verzamelen om bijvoorbeeld de hypotheek te betalen. Dat geeft geld dus waarde.
Voor anderen (lees: bankiers) is het tegenovergesteld. Ze hebben wel de bevoegdheid om geld uit het niets te toveren – onder bepaalde voorwaarden uiteraard. Dus voor hen ligt de waarde van geld heel anders. Voor hen geldt als waarde-indicator: rente.
Als bankiers geen geld uit het niets toveren omdat mensen niet snel genoeg nieuwe schulden aangaan, kunnen banken ook gewoon geld lenen. Lenen van de Centrale Bank, onder andere. Maar dan moet rente betaalt worden. De waarde van geld wordt voor hen dus uitgedrukt in de rente die banken moeten betalen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor u. Als u een hypotheek krijgt voor 0,05% (dit betalen bankiers nu als rente) dan is dat geld voor uw woning goedkoper dan als u 5% rente moet betalen.
Nu is het ironische dat u daadwerkelijk hard moet werken voor het betalen van uw hypotheek van zeg 5%, terwijl bankiers het nagenoeg gratis (0,05%) uit het niets toveren. Vanuit de optiek van de financiële sector is uw werkweek dus waardeloos geworden. Uw werk, uw geld is nu waardeloos, want niet benodigd. De ECB heeft dus voor Europa bepaalt dat uw werk waardeloos is, althans voor de financiële sector.
Inflatie en De Rekenfout
Er is geen al wetend orakel dat de stijging / daling van het prijspeil vaststelt. Dit wordt elk jaar berekend door de financiële sector, die stelt vast of er inflatie was (groei) of deflatie (krimp). De methode die wordt gehanteerd heet CPI, de consumentenprijsindex, maar dat is maar één beeld op de inflatie in de economie. En dat beeld wordt kunstmatig laag gehouden. Er zijn andere methoden om dit te berekenen en die geven veelal andere (en dan vooral: hogere) inflatie-getallen. Los van de berekeningen weet u zelf ook dat rond de invoering van de Euro producten veelal dezelfde prijs hielden. Alleen was de euro ruim twee keer zo duur. In een paar jaar tijd is de waarde van uw geld dus gehalveerd.
De prijspeil berekening wordt per land gedaan, maar is tegenwoordig vooral ook een indicatie voor de gehele EU. De ECB voert uiteraard beleid over de euro voor de gehele EU ! Dat is natuurlijk onmogelijk als in Duitsland de euro te goedkoop blijkt, en in Griekenland te duur. Je krijgt geen gemiddelde die iets zinnigs zegt over heel de EU. Laat staan om een maatregel te nemen om inflatie aan te wakkeren voor deflatie in het Zuiden als het Noorden last heeft van inflatie en deflatie behoeft.
De maatregelen van de ECB slaan dus vaak als een tang op een varken. De ECB kan nooit Noord én Zuid tevreden houden. Eén keer raden wie het beleid van de ECB bepaalt? Hint: Zij met de hoogste schulden, dus… de bekende transferunie weer van waarde van Noord naar Zuid. Daarnaast zorgt de ECB vooral erg goed voor bankiers, een centrale bank blijkt al enige tijd een belangenorganisatie van bankiers. En om alles goed te praten wordt er dusdanig gerommeld met het prijspeil en de prijspeil berekeningen dat enige overeenkomsten met de realiteit tegenwoordig louter nog op toeval berusten.
Inflatie en De Diefstal
Dat brengt ons uiteraard bij diefstal. Inflatie is een middel van financiële repressie, dat wil zeggen: onderdrukking van de samenleving door geld. De ECB heeft officieel als opdracht de prijsstabiliteit te handhaven en inflatie te voorkomen, maar heeft tegelijkertijd als missie om de inflatie rondom de 2% te houden. Dit betekent dat onder de noemer prijsstabiliteit uw spaargeld elk jaar 2% minder waard wordt en te kopen producten duurder. Dat spreekt elkaar tegen. Vind niemand dat vreemd? Na 6 jaar ben je met 2% inflatie dus al 10% van je geld kwijt. Fijne stabiliteit! Maar prima in orde, kennelijk, want het gaat al tientallen jaren zo. Behalve als de IMF aankondigt je 10% van je geld af te nemen, dan is het ineens herrie in de tent.
Paul Volcker, oud-directeur van de Amerikaanse Centrale Bank vertelde het onlangs wat scherper: “Als je 2 procent inflatie per jaar nastreeft dan betekent dat dat na een decennium alle prijzen meer dan 25 procent zijn gestegen en dat het prijsniveau in één generatie verdubbelt. Dat is geen prijsstabiliteit maar men noemt dat wél zo. De betekenis van sommige begrippen is in loop der tijd veranderd.”
De 2% bent u wellicht gewend, misschien denkt u zelfs dat het goed is! Maar die 2% geldt voor al uw eigendommen! België heeft gezamenlijk (per juli 2014) zo’n 250 miljard euro spaargeld. Jaarlijks verdwijnt er dus 5 miljard euro waarde van ons spaargeld in kunstmatige inflatie. Belgische pensioenfondsen beheren (met de hulp van Goldman Sachs) zo’n 1000 miljard euro pensioengeld. Twee procent daarvan is 20 miljard. Als de overheid zou zeggen dat ze 25 miljard euro gespaard geld per jaar zou gaan confisqueren zou het land te klein zijn geworden voor de kritiek die zou volgen. Zelfs ogenschijnlijk beperkte inflatie is dus financiële repressie.
Voor de Amerikaanse Centrale Bank is berekend dat een dollar bij de start van de Federal Reserve in 1913 nu nog maar 5 cent waard is. De waarde die verdwenen is blijft wel ergens. Er komt uiteraard nieuw geld de economie in, maar dat geld gaat natuurlijk niet direct naar u ter compensatie voor inflatie. Het nieuwe geld wordt primair de bankensector in gepompt. Praktisch gezien wordt u per jaar 2% (of meer dus) bestolen van alle waarde die u vertegenwoordigt ter voordele van de financiële sector. En bewuste confiscatie van waarde van burgers, geld waar ze hard voor gewerkt hebben, dat is diefstal volgens de definitie.
Inflatie en De Strijd Tussen Schulden En Sparen
De inflatie geldt uiteraard ook voor de staatsschulden. Die wordt elk jaar ook 2% minder. Erg prettig voor overheden, dat schept namelijk ruimte om schulden af te betalen of toch vooral om meer nieuwe schulden aan te kunnen gaan. En idem voor uw hypotheek, die wordt ook elk jaar 2% minder waard – dat is mooi meegenomen. We leveren met inflatie dus spaarders uit voor een goedkopere lening. Behalve dan dat dit voordeel nu in de praktijk niet opweegt tegen alle nadelen die u ondervindt van prijsverhogingen en waardeverminderingen.
Schulden versus Sparen: de keuze is duidelijk, de overheid stimuleert uiteraard het hebben van schulden (herinner al die staatsschuld, hypotheekrenteaftrek, etc) en straft mensen die goed omgaan met hun spaargeld. De Nationale Bank roept nu zelfs op tot maatregelen die sparen actief gaan ontmoedigen. U betaalt nu al meer belasting over uw spaargeld dan u krijgt met rente, en dat is dus nog los van waarde verminderende inflatie. Maar herinner de pensioenfondsen, die raken hun geld (uw pensioen) dus ook zienderogen kwijt. Maar die 2% inflatie moet uiteraard van de bankiers, anders krijgen we nog meer problemen met de staatsschuld! En een belangrijk bijkomend voordeel: meer schulden is meer winst voor bankiers.
Inflatie en De Nieuwe Schulden
België doet het uiteraard beter dan Griekenland. Of een land er goed voor staat, wordt tegenwoordig gemeten met de schuldquote. Dit wordt berekent door het percentage van totale hoeveelheid staatsschulden tegen de gezamenlijke inkomsten (het BNP) van een land. Als overheid van een land met een lage schuldquote kan je gemakkelijker nieuwe schulden aangaan, dan met een hoge schuldquote. Voor de EU is ooit bedacht dat de schuldquote maximaal 60% mag zijn. Ondertussen zit zowat ieder land in de EU ruim boven deze 60%. Schulden groeien spectaculair in de EU, het is je uiteraard niet ontgaan.
Wanneer landen hun gebrekkige financiën op orde willen brengen door veel geld uit het buitenland aan te trekken, stimuleert het export door de eigen valuta minder waard te maken door kunstmatige inflatie te creëren. De geldpers gaat dus aan. Op die manier worden eigen producten goedkoper voor het buitenland en wordt er meer geëxporteerd, waardoor er meer geld instroomt en het BNP toeneemt. Het schuldquote neemt af, je kan weer nieuwe schulden maken. Bewust de munt saboteren om meer schulden te kunnen maken. Meerdere landen devalueren hun munt nu tegelijkertijd in een race naar de bodem – iets dat we een valuta-oorlog noemen. Ondertussen neemt de waarde van uw geld natuurlijk wel flink af, een vorm van inflatie.