Wuif maar dag met het handje naar het gouden tijdperk van stevige returns op beleggingen in aandelen en obligaties. Dat tijdperk heeft een periode van 30 jaar omspannen, maar lijkt definitief achter de rug te zijn. De nagel aan de doodskist van de beleggers is uiteraard de monetaire politiek van de centrale banken, die van nulrentes zijn overgestapt op negatieve rentevoeten. Waardoor het vrijwel onmogelijk is geworden om nog rendement te realiseren op vastrentende waarden zoals obligaties.
Anderzijds hebben de beurzen stevig geprofiteerd van de lage tot zelfs negatieve rentevoeten. De beurskoersen zijn stevig gestegen en lijken door niets of niemand te kunnen gestopt worden. Maar inmiddels dreigen de internationale beurzen door de realiteit te zijn ingehaald. De waarderingen zijn in de meeste gevallen zo hoog opgelopen dat er van koopjes uiteindelijk helemaal geen sprake meer is. De meeste aandelen zijn ronduit duur gewaardeerd en zodoende kwetsbaar voor grote en kleine correcties.
Bovendien speelt het probleem dat de wereld één groot dorp is geworden. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om over te stappen van de Amerikaanse naar de Europese of Aziatische beurzen, want overal is er sprake van een bovennormale waardering. Amerikaanse, Europese of Aziatische bedrijven bestaan daarnaast niet meer, zowat elk bedrijf van enige omvang realiseert omzet en winst niet alleen binnen de eigen landsgrenzen maar ook daarbuiten. Geografische spreiding biedt dus ook geen oplossing meer.
Hoe kan een op rendement gerichte belegger toch nog enig plezier beleven aan zijn investeringen? Steeds vaker wordt als alternatief gekeken in de richting van de edelmetalen. De beleggingswereld heeft goud, zilver, platina enzovoort herontdekt, zowel in de fysieke vorm als in de vorm van de mijnbouwaandelen. Maar aan een belegging in aandelen van mijnbouwgroepen zijn sowieso gevaren verbonden, want in geval van een correctie op de beurzen lijkt het onwaarschijnlijk dat de aandelen van de mijnbouwers ongeschonden de dans zullen kunnen ontspringen.