Hoe moeten we de evolutie richting negatieve rentevoeten inschatten? Volgens de centrale banken is het de normaalste zaak in de wereld dat de rente onder nul kan zakken wanneer dat noodzakelijk zou zijn. Dat is alleszins het huidige standpunt van de centrale bankiers, want we kunnen ons maar moeilijk inbeelden dat ze pakweg nog maar een jaar geleden een dergelijk standpunt zouden verkondigen. Maar de tijden zijn veranderd en andere tijden maken nu eenmaal ook andere wetten noodzakelijk.
Maar de negatieve rentevoeten lokken ook heel wat kritiek uit. Spaarders en gepensioneerden schreeuwen hun verontwaardiging uit nu ze zonder boe of ba plotseling van een soms noodzakelijk deel van hun inkomsten worden beroofd. Kritiek op de monetaire politiek van de centrale banken wordt door de media echter doodgezwegen. Wie toch durft te waarschuwen voor de negatieve gevolgen van deze politiek wordt met de vinger nagewezen als een paniekzaaier. Het aangaan van zoveel mogelijk schulden wordt anderzijds tegenwoordig als je-van-het beschouwd. We leven inderdaad in een vreemde wereld.
Maar de waarheid kan niet ontkend worden. Negatieve rentevoeten hebben het schuldenprobleem alleen maar erger gemaakt. Sinds de financiële crisis van 2008 is de wereld nog dieper bedolven geraakt onder de schulden. Waardoor die wereld alleen maar een gevaarlijkere plaats is geworden. Charlie Morris van The Fleet Street Letter heeft daar een mening over die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat: de enige manier om uit deze financiële rotzooi te raken is een complete ‘reset’ van het financieel systeem.
Hoe dat zal moeten gebeuren, is echter een ander paar mouwen. Morris wijst er op dat naarmate de situatie gevaarlijker en gevaarlijker wordt ook de banken en de overheidsobligaties het warmer en warmer zullen kijken. Het ‘endgame’ van dit alles is volgens Morris een berenmarkt in obligaties, een crash van de papieren valuta’ (via devaluaties en/of inflatie) en een bull markt in de edelmetalen. Met het oog op een dergelijke onzekere toekomst houdt de belegger inderdaad ‘tastbare goederen’ zoals goud, zilver en platina achter de hand, kwestie van op alles voorbereid te zijn.