Hebt u ook zo genoten van de hartverwarmende prestatie die de goudprijs in de eerste weken van dit jaar neerzette? Daarbij werd een nieuwe piek voor de afgelopen 12 maanden opgetekend op 1263,37 dollar, met vorige week zelfs een stijging van meer dan 7% op weekbasis. Het was van 2008 geleden dat nog zo’n sterke prestatie op weekbasis werd opgetreden. De volgende explosieve stijgingsfase bij het goud kan in de steigers staan, want de charts geven opnieuw hoop.
Dat is wel ooit anders het geweest, want de grafieken bevestigden in de afgelopen jaren telkens weer dat goud (maar ook zilver en de andere edelmetalen) zich in een berenmarkt bevonden. Inmiddels hebben we al een eerste technisch koopsignaal gekregen dankzij de doorbraak boven het 200-daags gemiddelde. Niet alleen de technische, maar ook de fundamentele indicatoren laten een verdere stijging van de goudprijs vermoeden.
Fundamenteel bevinden we ons in marktomstandigheden die op zijn zachtst gezegd bevreemdend mogen genoemd worden. Eén derde van de overheidsobligaties levert momenteel een negatief rendement op. Dat is eigenlijk de wereld op zijn kop, want uiteraard belegt iedereen in obligaties om rendement te realiseren. Zodoende valt het argument weg dat goud moet gemeden worden omdat het geen rendement opbrengt. Vanuit die invalshoek is er dus ruimte voor een verdere stijging van de goudprijs.
Bovendien verliezen de beleggers steeds meer hun vertrouwen in de centrale banken, die hun uiterste best hebben gedaan om welvaart te creëren door het drukken van alsmaar meer geld. Het blijkt steeds duidelijker dat deze aanpak niet werkt. Sommige analisten, zoals Jeffrey Gundlach (alias de Bond King) zijn van mening dat de financiële markten de Amerikaanse centrale bank in de komende maanden gewoon zullen vernederen, die zal met het schaamrood op de kaken moeten bekennen dat ze de zaken niet meer onder controle heeft. En daar kan het goud en de goudprijs alleen maar garen bij spinnen.