Steeds meer landen wereldwijd worden met negatieve rentevoeten geconfronteerd en dat is een evolutie die toch wel even te denken geeft. De centrale banken versoepelen hun monetaire politiek om de economische groei te stimuleren op een manier die nog nooit eerder gezien is. Miljarden en nog eens miljarden werden in het financieel systeem gepompt. Steeds meer obligaties leveren een negatief rendement op en dat is ook zonder voorgaande. Wie cash bezit, wordt aangemoedigd om dat uit te geven eerder dan om te sparen.
Dat de huidige situatie niet zonder gevaar is, staat als een paal boven water. Regelmatig wordt gewaarschuwd om in dat verband het verhaal van de Duitse hyperinflatie uit de jaren 20 van vorige eeuw niet over het hoofd te zien. Volgens Jeff Gundlach, de beheerder van DoubleLine Funds, doen negatieve rentevoeten niet wat ze verwacht worden te doen. Ze stimuleren namelijk niet de economische groei, zoals op het eerste gezicht verwacht wordt dat ze zouden doen. Het vervelende is bovendien dat er weinig voorbeelden van periodes van negatieve rentevoeten voorhanden zijn om lessen uit te trekken.
Citigroup FX analist Gregory Marks herinnert aan het feit dat het allemaal erg snel kan gaan wanneer het tij keert. In de jaren 20, de periode van de Weimar-republiek in Duitsland, ontwaardde het geld zo snel dat het uiteindelijk niet meer waard was dan behangpapier. Rudolf von Havenstein, president van de Duitse Reichsbank van 1908 tot 1923, schatte de situatie foutief in en nam dan ook de foute maatregelen. Maar hem treffen geen verwijten, want tijdens zijn periode als president van de centrale bank werd gedacht dat er geen enkel verband bestond tussen inflatie en geldhoeveelheid. Beiden zouden niets met elkaar te maken hebben, zo luidde de overtuiging.
Iets wat dus wel het geval bleek te zijn. De goudstandaard was tijdens de Eerste Wereldoorlog opgeschort en de Duitse keizer Wilhelm II had de keuze gemaakt om de kosten van de oorlogsvoering te betalen door geld te lenen in plaats van de belastingen te verhogen. Frankrijk had voor de laatste oplossing gekozen. Na de oorlog verdween de keizer, maar bleven de schulden. Om de regering en het volk te ‘helpen’, zag Havenstein zich gedwongen om op grote schaal geld te drukken. Met als gevolg hyperinflatie, een instorting van de economie en op langere termijn de komst van een extreemrechts regime. De les voor het heden is volgens Marks dat het buitengewoon schadelijk kan zijn om te lang te blijven geloven in een compleet irrationele monetaire politiek. Een experimentele monetaire politiek kan verstrekkende gevolgen hebben en de kwalijke gevolgen er van worden slechts op langere termijn merkbaar.