We trappen ongetwijfeld een open deur in door te stellen dat we leven in een wereld die op schulden is gebouwd. Het aangaan van schulden is de gewoonste zaak van de wereld geworden en dus doet iedereen vrolijk aan dit spelletje mee. Inmiddels lijkt er zelfs een recordrace aan de gang te zijn met als inzet én opperpalm de titel van grootste schuldenmaker in de wereld. Wie slaagt er in om op zo kort mogelijke termijn zo veel mogelijk schulden te maken?, daar komt het ongeveer op neer.
Het antwoord op bovenstaande vraag is niet zo maar op één, twee, drie te geven, maar toch denken we een serieuze kanshebber te hebben gevonden. China is namelijk hard op weg om het wereldrecord schulden maken te verbeteren. En dat is wel een enigszins merkwaardig gegeven, want tot voor kort stelde iedereen zijn hoop op dit land als nieuwe groeimotor voor de wereldeconomie. Maar de Chinezen hebben duidelijk vals gespeeld.
En eigenlijk hadden we dat kunnen vermoeden. Want als er aan iets moeilijk te raken is, is het wel aan betrouwbare cijfergegevens over de Chinese economie. Dat is nog steeds een centraalgeleide economie, wat wil zeggen dat de regering in Beijing op voorhand bepaalt met welk percentage de economie zal groeien. Wat vervolgens dan ook gebeurt. Controle van buitenaf op de betrouwbaarheid van de groeicijfers is echter quasi onmogelijk.
Bovendien blijkt dat de groei van de Chinese economie hoofdzakelijk op schulden is gebaseerd. Alleen al in januari kwam er voor een bedrag van bijna 500 miljard dollar aan nieuwe schulden bij. Daarmee staat de teller sinds oktober vorig jaar op meer dan 1000 miljard dollar. De verhouding schulden tot het BBP is nu opgelopen tot een duizelingwekkende 340%, een percentage waar zelfs de Japanners niet aan kunnen tillen. De kruik gaat echter zo lang te water tot ze barst en alles wijst er dan ook op dat de Chinese schuldenrace slecht zal aflopen.