Eén van de grote problemen waar de wereldeconomie mee wordt geconfronteerd is het ontbreken van inflatie. De prijzen stijgen nauwelijks, waardoor ook de lonen te weinig bewegen. In plaats van over inflatiegevaar hebben de economen momenteel vooral de mond vol over deflatiegevaar. De prijzen blijven onder druk staan en dit ondanks de hardnekkige pogingen die de overheden leveren om de inflatie toch maar wat nieuw leven in te blazen.
Eén van de bronnen van deflatie is uiteraard China. Dat land is op relatief korte termijn een economische grootmacht geworden. Het voordeel van de Chinezen is dat ze van scratch zijn mogen starten, wat betekent dat ze met de rest van de wereld kunnen concurreren met de allernieuwste technologie. Bovendien zijn arbeidskrachten in China relatief gezien nog steeds spotgoedkoop, ondanks een stijging van de lonen in de afgelopen jaren.
De bekende Amerikaanse columnist Rex Nutting kwam recent met een boodschap die zowel goed als slecht nieuws bevatte. We geven eerst het goede nieuws: er hangt eindelijk inflatie in de lucht. Maar om meteen de vreugdekreten te overstemmen: het betreft de verkeerde soort inflatie. In de Verenigde Staten is de consumer price index in september op jaarbasis met 1,50% gestegen, de sterkste stijging in 2 jaar.
Maar de Amerikaanse centrale bank heeft toch weinig redenen om zich in de handen te wrijven. De FED rekent weliswaar op een inflatie van 2%, moet moet nu vaststellen dat de inflatietoename hoofdzakelijk te wijten is aan de toename van de olieprijzen. En dat is nu precies het soort inflatie dat niet alleen de VS maar de hele wereld kan missen als kiespijn. Want het duurder worden van de olie remt de economische groei af. Uiteindelijk krijgen we dus ongezonde inflatie die op eender welk moment uit de hand kan lopen. Uiteindelijk kan die in hyperinflatie eindigen.