Op de goudmarkt doet zich een situatie voor die niemand meer echt goed begrijpt. Over de afgelopen hebben een aantal centrale banken op grote schaal goud gekocht zonder dat daar op het eerste gezicht (en ook niet op het tweede trouwens) een grondige reden beschikbaar voor is. De vraag naar het gele metaal is inderdaad sinds het einde van Bretton Woods niet meer zo hoog geweest.
Voorlopig heeft de koopdruk vanuit de centrale banken niet geleid tot een stijging van de goudprijs. De centrale bankiers zijn dus in geen geval uit op winst op korte termijn. Maar wat is dan wel de reden waarom de interesse voor goud vanuit die hoek zo groot is? In feite ligt die reden voor de hand: het vertrouwen in de dollar is ver zoek, zo ver zelfs dat alles de voorkeur krijgt boven goud.
In 2018 kochten de centrale banken samen 651,50 ton goud en dat was inderdaad de grootste hoeveelheid sinds de akkoorden van Bretton Woods door de Amerikaanse president Richard Nixon opgeblazen werden. Toen werd de goudstandaard afgeschaft, waardoor de automatische koppeling tussen de dollar en goud werd doorbroken. Precies omdat er geen goudstandaard meer bestaat, is het verbazingwekkend dat de interesse van de centrale banken voor het gele metaal zo groot is.
Die interesse kan dus alleen verklaard worden door het grote wantrouwen dat momenteel ten opzichte van de dollar heerst. In milieus van de centrale banken heerst een mentaliteit van ‘anything but dollars’, of vrij vertaald ‘alles behalve dollars’. Sinds de centrale banken in 2009/10 begonnen zijn met het kopen van goud, is de goudprijs boven 1000 dollar per troy ounce blijven noteren. En met de steun van de centrale banken kan die prijs alleen maar stijgen.
Wat doe ik best voor de globale reset?
Maak een afspraak en wordt de grote winnaar!
Meer weten over het financiële eindspel?