Op basis van de officiële berichtgeving is de economie in de Verenigde Staten op dreef. De werkloosheid heeft niveau bereikt waarop over een volledige tewerkstelling gesproken mag worden. Inderdaad zit nog ongeveer 5% van de beroepsbevolking zonder baan, maar dit percentage wordt algemeen aanvaard als representatief voor een zeer gezonde arbeidsmarkt. Zelfs wanneer een economie op volle cilinders draait, zal er altijd wel een bepaalde categorie van de beroepsbevolking zijn die er niet in slaagt om een baan te vinden.
Het aantal aanvragen voor een werkloosheidsuitkering is in de afgelopen maanden sterk gedaald en dat is natuurlijk eveneens goed nieuws. Maar toch bekruipt ons een onbestemd gevoel van twijfel. Steeds meer economen hebben zo hun twijfels over de betrouwbaarheid van de officiële cijfers die de Amerikaanse autoriteiten over de economie bekendmaken. Vooral over het waarheidsgehalte van de officiële werkloosheidscijfers rust een zware schaduw. Die cijfers zouden alleen maar zo gunstig zijn omdat miljoenen Amerikanen niet langer meer op zoek zijn naar een job.
De Amerikaanse economie doet dus het goed als we Washington mogen geloven, of maken ze ons toch weer iets wijs? Laten we even naar de werkloosheidscijfers voor wat ze zijn en kijken we even naar een andere indicator, meer bepaald de consumentenbestedingen. Die zijn zoals we weten nog altijd goed voor 70% van de Amerikaanse economie. Of met andere woorden: de consument beslist uiteindelijk hoe gezond die economie is. En laat het nu precies die consumentenbestedingen zijn die een bron van bezorgdheid vormen. Van grote bezorgdheid zelfs.
Nemen we als voorbeeld de autoverkopen. De autosector heeft prima jaren achter de rug, maar bij nader toezien blijkt dat de stijging van de verkopen grotendeels een gevolg is van het toestaan van kredieten waarvan de kwaliteit op zijn zachtst gezegd dubieus kan genoemd worden. De Amerikaanse autosector zou dus als een kaartenhuisje in elkaar kunnen storten, waarbij we vaststellen dat de markt voor tweedehandsauto’s al serieuze tekenen van verzwakking vertoont. Daarnaast waren ook de kleinhandelsverkopen in de maand maart een bijna-ramp en ook dat hoeft niet te verbazen. De lonen zijn in de VS in de afgelopen jaren nauwelijks gestegen, zodat Joe Sixpack per saldo inkomensverlies heeft geleden. Daarenboven ontvangt hij bijna geen rente meer op zijn spaargeld, waardoor een extra bron van inkomsten wegvalt. Wanneer definitief blijkt dat de keizer (de Amerikaanse economie) geen kleren meer aan heeft (niet meer groeit) kan snel het signaal voor recessiegevaar gegeven worden.