Zal China het redden of zal China het niet redden? Met die vraag worstelen we nu al maandenlang. Het scenario is bekend: de Chinese economie is jarenlang aan een sterk tempo gegroeid, maar botste uiteindelijk toch op een plafond. Momenteel bevinden we ons in een overgangsfase tussen een exportgerichte economie en een economie die gebaseerd is op een goed uitgebouwde dienstensector. Een dergelijke transitieproces is vaak erg pijnlijk en de kansen blijven altijd aanwezig dat het zal mislukken.
Dat maakt dat China een ‘wild card’ in de wereldeconomie is. Regelmatig wordt gewaarschuwd voor een harde landing van de Chinese economie. Die is er weliswaar nog altijd niet gekomen, maar uitstel betekent in dit geval zeker geen afstel. China bengelt op een smalle koord en een val in de diepte behoort nog altijd tot de mogelijkheden. Bijkomend nadeel is dat het hier een centraal geleide economie betreft, wat als consequentie heeft dat de regering in Beijing ons over de gezondheidstoestand van haar economie kan komen vertellen wat ze wil.
Feit is evenwel dat een aantal factoren wijzen in de richting van naderend onheil. De Chinese ziekte is inmiddels welbekend: fors opgelopen schulden, een vastgoedmarkt die alle kenmerken van een zeepbel vertoont en ga zo maar door. Maar er is één probleem dat waarschijnlijk zwaar wordt onderschat: de grote Chinese markt voor bedrijfsobligaties geeft duidelijk signalen van onderliggende stress. Een paar grote bedrijven hebben moeten toegeven dat ze niet aan hun obligatieverplichtingen kunnen voldoen en waarschijnlijk zullen nog anderen volgen.
Dit jaar zijn er in China al 22 bedrijven die hun obligaties niet konden terugbetalen. Dat lijkt relatief weinig op een totaal van 3900, maar hierbij moet verrekend worden dat het er nu al meer zijn dan in heel 2015. De Chinese bedrijfsobligatiemarkt heeft een totale omvang van 900 miljard dollar en is zodoende één van de grootste in de wereld. Wanneer het daar misloopt, zal het effect daarvan wereldwijd voelbaar zijn. Bovendien is recent duidelijk geworden dat de Chinese overheid niet zo maar bereid lijkt om bedrijven in moeilijkheden te ondersteunen. Redenen genoeg dus om ons ongerust te maken.